Mensenrechten op het goudschaaltje?

Afweging van het recht op leven en het recht op eerbiediging van het privéleven tijdens de Nederlandse en Belgische coronacrisis

Auteurs

  • Jorrit Westerhof Rijksuniversiteit Groningen

DOI:

https://doi.org/10.54195/NTM.18629

Trefwoorden:

botsing van mensenrechten, EVRM, positieve verplichtingen, negatieve verplichtingen, noodrecht, coronacrisis

Samenvatting

Tijdens de coronacrisis botsten het recht op leven (artikel 2 EVRM) en het recht op eerbiediging van het privéleven (artikel 8 EVRM). Uit de analyse van toelichtingen bij drie typen Nederlandse en Belgische coronamaatregelen, alsook bij de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 en de Pandemiewet, blijkt dat de Nederlandse en Belgische autoriteiten in de toelichtingen geen expliciete aandacht besteedden aan mensenrechten in de beginfase van de crisis. Pas na acht (Nederland) en zeven (België) maanden werden mensenrechten besproken. De aandacht voor mensenrechten in de toelichtingen groeide geleidelijk, mogelijk wegens kritiek vanuit rechtswetenschappers en belangenorganisaties. De aandacht richtte zich in België aanvankelijk vooral op het recht op leven. Na verloop van tijd ontstond er in beide landen aandacht voor recht op eerbiediging van het privéleven. In België vond die verschuiving pas plaats bij versoepeling van de maatregelen, ongeveer twee jaar na aanvang van de crisis. In de Belgische toelichtingen is vrijwel nooit expliciet gesproken over mensenrechtenbotsingen en afweging daarvan.

Downloads

Gepubliceerd

2024-04-18

Citeerhulp

Westerhof , J. . (2024). Mensenrechten op het goudschaaltje? Afweging van het recht op leven en het recht op eerbiediging van het privéleven tijdens de Nederlandse en Belgische coronacrisis. Nederlands Tijdschrift Voor De Mensenrechten, 49(1). https://doi.org/10.54195/NTM.18629

Nummer

Sectie

Artikelen