De Nederlandse naleving van internationale verplichtingen inzake Nader Onderzoek naar de Doodsoorzaak van Kinderen

Auteurs

  • Cédrique Gregoire
  • Wilma Duijst-Heesters

DOI:

https://doi.org/10.54195/NTM.19052

Trefwoorden:

NODOK-procedure, postmortaal onderzoek, recht op leven, artikel 2 EVRM, artikel 6 EVRM

Samenvatting

Voor het geval een kind plotseling en onverklaard overlijdt in Nederland, heeft de wetgever voorzien in een systeem waarin de forensisch arts de doodsoorzaak nader kan onderzoeken. Sinds 2016 heeft dit vorm gekregen in de Nader Onderzoek naar de Doodsoorzaak van Kinderen (NODOK)-procedure. Niet alleen de procedure is gaandeweg bijgeschaafd, maar ook de aanvankelijke hybride medische/justitiële doelstelling is aangepast. Het achterhalen van de doodsoorzaak vindt plaats op nadrukkelijk verzoek van de ouders ter bespoediging van rouwverwerking. In het IVRK en het EVRM is overeengekomen het recht op leven van een kind te beschermen. De plicht die hieruit voortvloeit vervalt niet na de dood. In dit artikel wordt de Nederlandse naleving van internationale eisen inzake het nader onderzoeken van de doodsoorzaak van kinderen onder de loep genomen.

Downloads

Gepubliceerd

2024-05-28

Nummer

Sectie

Artikelen

Citeerhulp

De Nederlandse naleving van internationale verplichtingen inzake Nader Onderzoek naar de Doodsoorzaak van Kinderen (C. Gregoire & W. Duijst-Heesters , Trans.). (2024). Nederlands Tijdschrift Voor De Mensenrechten, 49(2). https://doi.org/10.54195/NTM.19052