De toegevoegde waarde van de grondwettelijke beperkingensystematiek

Auteurs

  • Simone Hooijer

DOI:

https://doi.org/10.54195/NTM.19347

Trefwoorden:

Grondrechtenbescherming, grondrechtenbeperking, Grondwet, toetsingskader

Samenvatting

In het eerste nummer van 2024, een mini-special over de Grondwet (Gw), vroeg Henri de Waele zich af hoeveel waarde we nog moeten hechten aan de Gw in het licht van de ontwikkelingen op Europees niveau. Waar het gaat om grondrechtenbescherming, meent hij dat vooral het internationale en Europese recht leidend is. De Gw zou volgens hem in de praktijk geen rol spelen, ook gelet op het toetsingsverbod. Hij betoogt bij wijze van gedachte-experiment dat de Grondwet net zo goed kan worden afgeschaft: ‘Zodoende is het geen totaal wereldvreemde gedachte om de officiële grondwet helemaal te laten uitdoven, ten faveure van het overkoepelende bestel: netto maakt het voor de meeste grondrechten toch geen verschil.’[1] Het artikel lijkt vooral prikkelend bedoeld te zijn, maar dat doet er niet aan af dat de stellingen van De Waele mijns inziens ongenuanceerd en onjuist zijn. De grondrechten in de Gw zijn wel degelijk van groot belang voor de praktijk van grondrechtenbescherming in Nederland, zoals ik in deze reactie zal toelichten.

Downloads

Gepubliceerd

2024-09-09

Nummer

Sectie

Dissenting opinions

Citeerhulp

De toegevoegde waarde van de grondwettelijke beperkingensystematiek (S. Hooijer , Trans.). (2024). Nederlands Tijdschrift Voor De Mensenrechten, 49(3). https://doi.org/10.54195/NTM.19347